Uitvoering spirometrie - FVC

Een goede spirometrietest uitvoeren is niet makkelijk! Een goede voorbereiding is dan ook van cruciaal belang bij de uitvoering van de test. Men moet de patiënt duidelijk uitleggen wat men van hem verlangt. Ideaal kan de patiënt al in- en uitademen in de spirometer tijdens deze uitleg en ziet hij op het scherm van de spirometer of de computer reeds de curve in real-time. Ook de medewerking van de patiënt is onontbeerlijk.

Voorbereiding

Een FVC is een geforceerde expiratie in de spirometer. De test wordt best zittend uitgevoerd, maar kan ook rechtopstaand gebeuren. Gedurende het hele maneuver moet de rug recht gehouden en mag er niet voorover worden gebogen. Een neusklem tijdens de test is wenselijk maar niet verplicht. De lippen moet zeer goed rond het mondstuk aansluiten: er mogen geen lekken zijn.

Nauw aansluitende kledij wordt losgemaakt of uitgedaan (vb. een das).

Leg goed uit wat er moet gebeuren voor de test begint. Men kan het best zelfs eerst een test voordoen. Hoe beter de testpersoon begrijpt wat er wordt verwacht, hoe beter het resultaat zal zijn en hoe kleiner kans op demotivatie en ontgoocheling.

Indien de spirometer het toelaat kan men de patiënt eerst rustig in en uit laten ademen in het toestel (tidal breathing - "getijdenademhaling"). Sommige (oudere) spirometers laten dit niet toe en vereisen dat men eerst volledig inademt vooraleer het toestel aan de mond te zetten. Deze manier is gevoeliger voor uitvoeringsfouten.

Uitvoering

Na een grondige uitleg over wat er moet gebeuren en het opzetten van de neusknijper zal de patiënt de volgende stappen uitvoeren:

  1. Tidal breathing
    Indien de spirometer het toelaat is het aan te raden om enkele rustademhalingen in het toestel te laten uitvoeren. Leg uit wat er op het scherm te zien is.
  2. Maximale inademing
    De longen worden volledig gevuld - er wordt zo diep als mogelijk ingeademd. Deze eerste inademing moet niet noodzakelijk zo snel en krachtig mogelijk gebeuren (hoewel het mag!) maar wel zo volledig mogelijk.
  3. (Korte pauze: men mag maximaal 2 seconden pauzeren alvorens naar de uitademing te gaan. Deze stap is niet verplicht, sommigen zullen het beter doen met een pauze, anderen juist slechter.)
  4. Geforceerde uitademing
    Een maximale, explosieve uitademing. Deze dient zo krachtig en zo snel als mogelijk te gebeuren. De longen moeten zo leeg als mogelijk gemaakt worden. Een goede coaching (NOG-NOG-NOG!) is bijzonder belangrijk tijdens deze stap. Typisch zal men te vroeg willen stoppen, het is aan de testbegeleider om ervoor te zorgen dat men zo lang als mogelijk blijft uitademen.
  5. Geforceerde inademing
    Indien de longen "volledig" (tot aan het residueel volume) leeggeblazen dient men opnieuw en zonder pauze terug in te ademen. Deze tweede inademing dient zo snel en krachtig mogelijk te gebeuren.

Een gezonde patiënt zal minstens 3 seconden geforceerd kunnen uitademen. Patiënten met erge obstructies zullen veel langer kunnen uitademen.

Een eerdere versie van de internationale normen van de American Thoracic Society zei dat men minstens 6 seconden diende uit te ademen. Dit werd intussen aangepast naar "zo lang als mogelijk".

Na het uitvoeren van een flow-volume manoeuvre legt men de spirometer neer en beoordeelt men de kwaliteit van de flow-volume curve. Uitvoeringsfouten worden geduid. Een minimum van 3 goed uitgevoerde testen die reproduceerbaar zijn is vereist.